Faalangst en onzekerheid

Faalangst of onzekerheid hebben we allemaal wel eens en dat is normaal toch? Ik ken tenminste niemand die het fijn vindt om te falen. We proberen dus op allerlei mogelijke manieren om falen en gevoelens van onzekerheid te vermijden. Maar, om maar eens met de deur in huis te vallen:

“We moeten juist leren óm te falen!!!”

 

Kennelijk weten we allemaal wat falen is, anders zouden we er niet bang voor kunnen zijn. We hebben het falen dan zelf meegemaakt of gezien bij anderen en blijkbaar hebben we geleerd dat dit nare gevoelens geeft. Faalangst of onzekerheid kan alleen maar onstaan als er een verwachting aanwezig is. Het kan de kop op steken als we iets moeten presteren of als (we denken dat) er iets van ons verwacht wordt. Het zijn deze verwachtingen die ervoor zorgen dat we te kort kunnen schieten. Dit “niet voldoen aan” geeft gevoelens van schuld, schaamte, zelfverwijt, er niet bijhoren, etc.
Tegelijkertijd hoort het bij het leven dat we met verwachtingen van onszelf en anderen te maken hebben en moeten we juist leren om daar mee om te gaan.

“Het zijn de gevoelens zoals schuld, schaamte, niet voldoen aan, zelfverwijt en er niet bijhoren waar we het meeste last van hebben.”

 

Als mens hebben we de neiging om nare gevoelens en ervaringen te vermijden. Onbewust gebruiken we daarom allerlei strategien die ons moeten helpen om faalervaringen en onzekerheid te voorkomen zoals:

  • Zorgen dat iets perfect is.
  • Uitstellen of er niet aan beginnen.
  • Geen zin hebben.
  • Heel hard werken.
  • Iets als onmogelijk zien.
  • Anderen de schuld geven.
  • Overmatig goedkeuring vragen.
  • Compenseren.
  • etc.

Op de korte termijn werken deze strategien en dat is een deel van de ellende. We voelen ons weer even rustig en niet meer onzeker… het falen is vermeden. We worden dus eigenlijk beloond voor de vermijding met een rustig en prettig gevoel en dit zorgt ervoor dat we steeds vaker vermijdingsgedrag zullen inzetten.
Op de lange termijn zijn de effecten van dit soort strategien echter minder gunstig. Je werkt je bijvoorbeeld over de kop, je stelt steeds meer uit of je hebt nergens zin meer in. Dit zorgt ervoor dat we juist niet meer de prestatie kunt leveren die er van ons verwacht wordt. Hierdoor wordt het risico en daarmee de onzekerheid alleen maar groter.

“Vermijdingsstrategien zorgen er op de lange termijn juist voor dat je onzekerder wordt”

 

Falen zal nooit een fijne bezigheid worden maar we moeten leren accepteren dat falen bij het leven hoort. We moeten leren dat we de nare gevoelens die onstaan door falen en de onzekerheid, kunnen dragen en verdragen. Dit maakt het mogelijk om uit de vermijding te stappen en het leven aan te gaan.

 

“Wij zijn voorstander van het aanpakken van onzekerheid en faalangst op meerdere gebieden van het denken, voelen en gedrag.”

 

In therapie is het belangrijk om te werken aan de acceptatie van falen als een mogelijkheid. Om dit te kunnen, is het ook belangrijk om te leren en te ervaren dat we faalgevoelens kunnen verdragen. Daarom zullen we in de therapie deze gevoelens juist opzoeken en we noemen dit exposure. Het met bewustzijn en op een veilige manier opzoeken van angst zodat je kunt leren er mee om te gaan.

Daarnaast is het ook goed om te begrijpen waar je angst vandaan komt. We kijken daarom naar de context en historie. Waar is je faalangst onstaan? Welke ervaring heb je gehad? Zijn er nog onverwerkte stukjes die steeds opnieuw in het nu getriggerd worden?

We werken ook aan het herkennen en transformeren van je gedachtepatronen want het is vaak het denken dat allerlei risico ’s en gevaren ziet en ons vertelt hoe we die kunnen vermijden.

Uiteindelijk zijn we in therapie uit op meer zelfvertrouwen. Het vertrouwen dat je krachtig genoeg bent om verwachtingen, risico ’s en nare gevoelens aan te kunnen. Het vertrouwen dat je kunt falen en nog steeds prima bent zoals je bent. Het vertrouwen dat je soms onzeker bent maar nog steeds de dingen kunt blijven doen waarvan je weet dat ze goed voor je zijn.

Helmut Moelands
Mijn hart ligt bij het werken met mensen en van nature ben ik geïnteresseerd in dat wat hen bezig houdt. Als therapeut is het contact met mijn cliënten dan ook hetgeen wat me enthousiast maakt.